Onderdelen van de Lelievlet

Aan boord is het handig als je weet hoe alle onderdelen schip en tuig heten. Zo kan er geen verwarring ontstaan of je de val of de schoot moet aantrekken. Leer ze allemaal uit je hoofd. Begin met de makkelijke onderdelen die je veel gebruikt en ga dan door met de wat moeilijkere.

lelievlet met nummers

mast

hommerring

hommer

(top)mastring

klauwval

piekeval

gaffeldraad

hanepootloper

strop van de gaffel

klauw

gaffel

marrellijn

tophoek

klauwhoek

halshoek

schoothoek

grootzeil

zeilnummer

zeilteken

zeillat in zak

voorlijk

achterlijk

bovenlijk

onderlijk

giek

lummelbeslag

lummelbout

wervel

pettenlijntje

schootring / hoefijzer

grootschoot

rijglijn

zijstag (BB)

wantspanner

schoothoek fok

halshoek fok

tophoek fok

onderlijk fok

voorlijk fok

achterlijk fok

voorstag

pelikaanhaak

leuvertje

fokkekettinkje

hanekam

fokkeval

fokkeval

fokkeschoot

fok

Dolboord / boordrand

boeisel

berghout

kim

waterlijn

vlak

spuigat

boeg / voorsteven

sleepoog

scheg

zwaardblad

zwaardbout

zwaardloper

wantputting

roerblad

vingerling

roerhaak

roerkoning

helmstok

vlaggenstok

knop

vlag

vaantje

struikellijntje

spiegel

casco lelievlet

spuigat

spuigat

scheg

zwaardloper

vingerlingen

spiegel

wrikgat

achterdek

dolpot

dofthouder

lei oog

kuip

bodem

spant

zwaardkast

zwaardplaatje

hijsoog

zwaardpin

borgkettinkje zwaardpin

mastkoker

grendelbout

mastbout

kikker

luchtkast

mangat

voordek

ankerlijnoog

plechtplaatje / klapmuts

casco lelievlet bovenaanzichtcasco lelievlet

hanekam

dolboord / boordrand

achterdek

dolpot

dofthouder

zwaardplaatje

hijsoog

mastkoker

grendelbout

mastbout

kikker

voordek

plechtplaatje / klapmuts

vlonder / buikdenning

doft

grootschootoog

roeiriemen

wrikriem

handgreep zwaardloper

landvastoog

Voor CWO Kielboot Introductie moet je tenminste 10 onderdelen op je eigen schip en tuigage kunnen aanwijzen en benoemen. 

Voor CWO Kielboot I moet je tenminste 10 onderdelen op je eigen schip en tuigage kunnen aanwijzen en benoemen. 

Voor CWO Kielboot II moet je tenminste 15 onderdelen op je eigen schip en tuigage kunnen aanwijzen en benoemen. 

Voor CWO Kielboot III moet je tenminste 20 onderdelen op je eigen schip en tuigage kunnen aanwijzen en benoemen. 

Onderdelen schip en tuig van een lelievlet

1. mast
2. hommerring
3. hommer
4. (top)mastring
5. klauwval
6. piekeval
7. gaffeldraad
8. hanepootloper
9. strop van de gaffel
10. klauw
11. gaffel
12. marllijn
13. tophoek
14. klauwhoek
15. halshoek
16. schoothoek
17. grootzeil
18. zeilnummer
19. zeilteken
20. zeillat in zak
21. voorlijk
22. achterlijk
23. bovenlijk
24. onderlijk
25. giek
26. lummelbeslag

27. lummelbout
28. wervel
29. pettenlijntje
30. schootring / hoefijzer
31. grootschoot
32. rijglijn
33. zijstag (BB)
34. wantspanner
35. schoothoek fok
36. halshoek fok
37. tophoek fok
38. onderlijk fok
39. voorlijk fok
40. achterlijk fok
41. voorstag
42. pelikaanhaak
43. leuvertje
44. fokkekettinkje
45. hanekam
46. fokkeval
47. fokkeschoot
48. fok
49. dolboord / boordrand
50. boeisel
51. berghout
52. kim

53. waterlijn
54. vlak
55. spuigat
56. boeg / voorsteven
57. sleepoog
58. scheg
59. zwaardblad
60. zwaardbout
61. zwaardloper
62 wantputting
63. roerblad
64. vingerling
65. roerhaak
66. roerkoning
67. helmstok
68. vlaggenstok
69. knop
70. vlag
71. vaantje
72. struikellijntje
73. spiegel
74. wrikgat
75. achterdek
76. dolpot
77. dofthouder

78. leioog
79. kuip
80. bodem
81. spant
82. zwaardkast
83. zwaardplaatje
84. hijsoog
85. zwaardpin
86. borgkettinkje zwaardpin
87. mastkoker
88. grendelbout
89. mastbout
90. kikker
91. luchtkast
92. mangat
93. voordek
94. ankerlijnoog
95. plechtplaatje / klapmuts
96. vlonder / buikdenning
97. doft
98. grootschootoog
99. roeiriemen
100. wrikriem
101. handgreep zwaardloper
102. landvastoog